Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch wij allen zijn als een onreine, en [19]al onze gerechtigheden zijn [20]als een wegwerpelijk kleed; en [21]wij allen vallen af [22]als een blad, en onze [23]misdaden voeren ons henen weg als een wind. 19. Dat is, al onze beste werken, of hetgeen dat wij goeds zouden mogen gedaan hebben. Versta hierbij, indien Gij het naar de strengheid uwer rechtvaardigheid zoudt willen onderzoeken, ons aanziende in ons eigen natuur, buiten Christus; zie Fillip.3:8. 20. Hebreeuws, als een kleed der wegwerping; of als een vuil bezoedeld kleed; of een kleed van lompen en lappen samengeflikt. Zie integendeel hoedanigen wij zijn in Christus Jezus, Openb.19:8. 21. Of, wij verwelken; te weten vanwege uwen toorn tegen ons ontstoken, dien wij met onze zonden veroorzaakt hebben. Zie Ps.90:5,6. 22. Vergelijk deze plaats met Jud.:12; het tegendeel is Ps.1:3. 23. Dit woord bevat niet alleen de misdaden, maar ook de straf derzelve.